Kerstroos,
een geboorte in de winternacht.
Paastrompetten klinken,
Hallelujabloempjes
zingen zacht.
Pinksterbloemen
zijn de Geest ver vooruit.
Rode vruchten
van liefde
maken in de herfst
gedenken zoet.
De kerk heeft haar eigen liturgische kalender die begint bij de eerste zondag van advent. Deze liturgische kalender kent eigen seizoenen: advent, kerst, veertigdagentijd, pasen en pinksteren, de groene zomer en de herfst met de dankdagen voor het gewas, Allerzielen en Allerheiligen. Het zijn perioden van vasten, bezinning en feesten, elk met een eigen kleur en karakter.
Allerlei planten zijn door hun naam of andere kenmerken met het liturgische jaar verbonden. Zo is het mogelijk om aan de hand van de verwijzende betekenis van de planten en / of aan de hand van de liturgische kleuren een border te maken die het kerkelijk jaar in grote lijnen volgt. Ook is het mogelijk om bijvoorbeeld vier (kleur)vakken te maken rond de seizoenen:
Winter: Advent (paars) – Kerst (wit / rood) – Epifanie (wit) – Winter (groen) Lente: Veertigdagentijd (paars) – Pasen(wit) – paastijd (wit) Zomer: Pinksteren (rood) – Drievuldigheid (wit) – zomer (groen) Herfst: Oogst dankbaarheid (groen), Allerzielen/ Allerheiligen / gedachtenis (wit)
Advent / Kerst
Groenblijvende struiken:
– Thuja (levensboom), kerstboom, klimop
– kerstroos
– rode kornoelje
– hulst
– lievevrouwebedstro
Veertigdagentijd
– vastenroos (Helleborus sp.)
– viooltjes
– Viola labrador heeft donkerpaarsachtig blad, de kleur van de Veertigdagentijd
– kruisdistels
– rode anemonen: rood geworden door druppels bloed bij het kruis
– brem: verwijst naar Elia die onder een bremstruik sliep voordat hij 40 dagen de woestijn in trok
– buxus
– judaspenning
– judasboom
– mierikswortel: een bitter, scherp kruid, voor de joden een herinnering aan de uittocht uit Egypte
– treurboom
Pasen / paastijd
- magnolia (paasboom in Vlaanderen)
- sleedoorn: de takken zouden, tegen de wil de struik, zijn gebruikt voor de doornenkroon. Als bewijs van zijn onschuld bloeit hij sinds de kruisiging wit.
- steenbreek en muurbloem: beide verwijzen naar leven door de dood (stenen) heen.
- Narcissen (paaslelies in de volksmond)
- klaverzuring (Oxalis acetosella), volksnaam hallelujabloem, bloeit als het halleluja na pasen weer in de kerk klinkt
- primula’s: paasbloemen
- wildemanskruid: paasbloem in de volksmond
Pinksteren
Rode bloemen zoals:
- roos
- kooltjevuur (Adonis flammea)
- brandende liefde (Lychnis chalcedonia)
- engelwortel (in de volksmond heilige geestwortel)
- pioenrozen
Drievuldigheid
Drietallige bloemen en bladeren:
- aardbei (+ rode vruchten)
- klaver
- iris (drie bloembladen naar de hemel gericht, drie naar de aarde)
- driekleurig viooltje
Zomer
Sint Jan (24 juni)
- Sint-janskruid (Hypericum peforatum), aangevuld met allerlei planten die volgens de traditie in Sint Janskransen worden gebruik zoals margriet (Leucanthemum vulgare), echte kamille (Chamomilla recutita) en leverkruid (Eupatorium)
Maria Hemelvaart (15 augustus)
- boerenwormkruid (wordt in een aantal katholieke kerken gezegend en daarna thuis opgehangen)
- Balsemkruiden (volgens een legende bleven er zeven blasemkruiden in haar graf achter):
- lavendel
- marjolein
- hysop
- citroenmelisse
- basilicum
- rozemarijn
tijm
Herfst
- asters (worden wel in de volksmond allerheiligenbloemen genoemd)
- hemelsleutel (Sedum telephinum, maar ook Sedum spectabile wordt zo genoemd)
- muurpeper (Sedum acre) – eeuwig leven
- siergrassen (vergankelijkheid)
- klimop: altijd groen
Witte kleuren (Openbaringen 7,13-14):
- sneeuwbes
- zilverkaars
- herfstanemoon
Voorbeelden van liturgietuinen: