Rozemarijn Rosmarinus officinalis
Zie ook de kloostertuin in Sibculo
In Zuid-Europa kan rozemarijn een grote struik worden, tot wel 2 meter hoog. Van oorsprong groeide het vooral aan de kust: mare betekent zee. De bladeren, die op naalden lijken, bevatten aromatische olie. Als je de plant licht aanraakt, begint hij al te geuren. Dat was dan ook de reden dat hij vaak in potten bij toegangsdeuren werd gezet. De bloemen bloeien in de winter en vroege lente en geuren eveneens. Het is een vorstgevoelige plant.
Als keukenkruid is het al bekend sinds de Egyptisch Oudheid en is toen reeds in cultuur gebracht. De naaldjes worden klein gesneden of met een mortier fijngemalen.
Als geneesmiddel bevordert het de spijsvertering en de doorbloeding.
Bij de Grieken werd de plant een symbool van liefde en vriendschap. Daarom werd ze gebruikt bij zowel begrafenissen als bruiloften.