Salie Salvia officinalis
Zie ook de kloostertuin in Sibculo
De Latijnse naam salvare betekent ‘redden’ (denk aan Christus Salvator). In de 9e eeuw ontbrak salie in geen enkele kloostertuin omdat het gebruikt werd bij allerlei kwalen. Ook in boerentuinen kreeg het een plek in de kruidentuin. Abt Walafried Strabo (ca. 840) schreef:
Vooraan prijkt, op de eerste rij de salie,
geurig sterk en prima om te drinken.
Zij werkt probaat bij tal van mensenkwalen
en blijft om haar verdiensten immer groen.
Geneeskrachtige kruidenwijnen bevatten nog steeds vaak salie. Bij beginnende keelpijn wordt saliemelk of saliethee gedronken. De blaadjes zijn lekker om op te kauwen. In soepen en vissauzen past het prima. Men trok van de aromatische blaadjes thee. Franse thee is één van de volksnamen. Men gebruikte de thee ook als kompres voor wonden. Het kruid bevat ontstekingremmende stoffen.
Op de gedachtenis- of herdenkingsdag van Lambertus van Maastricht (ca. 647-705), op 17 september, werden lampen versierd omdat omstreeks deze dag de lampen weer worden aangestoken. De dagen worden korter, de avonden langer. Er werden saliemelk gedronken en anijsbeschuitjes gegeten. Zie Groene Kalender.