Venkel (Foeniculum vulgare)
Venkel wil ik graag met ere noemen,
zijn matig zoete smaak en dito geur.
(…)
Venkelzaad met geitenmelk
werkt verzachtend bij verstopping
en brengt trage darmen weer in beweging.
Venkelwortel,
door wijn geroerd,
helpt tegen hoest.
Abt Walafried Strabo
Venkel begon, zoals de meeste kruiden, als geneeskruid, maar werd door de smaak keukenkruid. Venkelknollen zijn gekweekte varianten met extra dikke bladscheden aan de onderzijde. De wilde venkel, oorspronkelijk uit het gebied rond de Middellandse Zee, heeft smallere en langere bladscheden aan de onderkant en is vorstgevoelig.
Nog steeds wordt venkel gebruikt als huismiddel bij darmkrampen. Vis en venkel zijn geliefde combinaties. Venkel neutraliseert vette vis, bevordert de spijsvertering en voorkomt daarmee die krampen. Venkelzaden waren een onderdeel van Species diureticae, een kruidenmengsel samen met andere kruiden zoals anijs en vlierbloesem dat tot in de vorige eeuw werd gebruikt als “plaspil”.
De bladeren waren vroeger een onderdeel van St. Germain-thee, een laxeermiddel met daarin ook anijszaad. De gemalen zaden en het blad worden nog steeds in thee gebruikt.
Het fijne, grasachtige blad herinnert aan hooi: ‘fenumo’ in het Latijn.
Het wordt gebruikt als slijmoplossend middel bij hoest en verkoudheid. Thans zijn de zaden ook een lekkere versnapering. De armen deden dat vroeger al om het gevoel van honger te bestrijden. Om dezelfde reden werd dat in de vastentijd gedaan.
De zuidelijke zoete variant van venkel ‘dulce’ is bij ons moeilijk te kweken. Hier wordt meestal F. vulgare var. vulgare aangeboden. Ook de rood-bronzen variëteit Foenicum vulgare ‘Giant bronze’ is daarvan afkomstig.
Als groente wordt de variëteit knolvenkel gebruikt.