Waterkers Nasturtium officinale
Zie ook Lam Gods, schilderij Jan van Eijck, Gent, 1432
De witbloeiende waterplant, een liggend kruid tot 90 cm lang, is in Nederland in de natuur zeldzaam. Van oudsher wordt de plant gebruikt als geneeskrachtig kruid en als groente gegeten. Het kruid bevat veel ijzer, het is een middel tegen bloedarmoede. Hildegard van Bingen gebruikt het tegen koorts. De jonge blaadjes worden als sla gegeten. Het is geliefd als garneerkruid en door de pittige smaak, die sterker is dan van tuinkers, ook als smaakmaker benut in kruidenboter, roomsauzen en soep. Daarom wordt waterkers ook gekweekt en als kiemplant op de markt gebracht. In Portugal en andere landen van Europa waar de plant volop langs stromend water groeit, worden de bladeren gegeten als spinazie en sla.
Waterkers behoort evenals mierikswortel tot de bittere (scherpe) kruiden. Het kruid heeft een plaats op de Sederschotel bij het Joodse Paasfeest, als herinnering aan de bittere tijden van onderdrukking in Egypte. Het heeft viertallige bloemen, die herinneren aan de vier uiteinden van een kruis.